• woon bij
vervoeging van
bijwonen

woon bij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijwonen
    • Ik woon bij. 
  2. gebiedende wijs van bijwonen
    • Woon bij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijwonen
    • Woon je bij?