Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wo·ning·vraag·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woningvraagstuk woningvraagstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het woningvraagstuko

  1. een situatie rond een woning, meerdere woningen of woningen in het algemeen waarbij er (nog) onduidelijk is hoe deze situatie opgelost zal gaan worden