wondteken
- wond·te·ken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wondteken | wondtekens |
verkleinwoord | wondtekentje | wondtekentjes |
het wondteken o
- het lidteken dat achterblijft op de plek waar een wond heeft gezeten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wondteken | wondtekens |
verkleinwoord | wondtekentje | wondtekentjes |
het wondteken o