Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • won·der·kruid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wonderkruid wonderkruiden
verkleinwoord wonderkruidje wonderkruidjes

Zelfstandig naamwoord

het wonderkruido

  1. (medisch), (plantkunde) kruid of andere plant waaraan men een bepaalde wonderbaarlijke geneeskracht toekent
    • Kukuma wordt al langer beschouwd als een wonderkruid in India.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Curry nieuwe wondermiddel tegen rimpels, Het Belang van Limburg, 12 maart 2010