• wolk·ko·lom
enkelvoud meervoud
naamwoord wolkkolom wolkkolommen
verkleinwoord

de wolkkolomv / m

  1. een pilaar van wolken of rook (als teken van Gods aanwezigheid)
     Boven de rotssteen die geslagen zou worden, openbaarde zich de heerlijkheid Gods in de wolkkolom: "Ziet, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen in Horeb staan."[2]
     Defensie-minister Ehud Barak had zaterdag ook contact met zijn Amerikaanse ambtgenoot Panetta. Barak praatte Panetta bij over het verloop van de operatie Wolkkolom. Ook het Witte Huis herhaalde dat Israël het recht op zelfverdediging heeft.[3]
     „En de HEERE toog voor hun aangezicht, des daags in een wolkkolom, dat Hij hen op den weg leidde, en des nachts in een vuurkolom, dat Hij hen lichtte, om voort te gaan dag en nacht.”[4]
61 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[5]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Als een Rotssteen” (23-08-2018), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “'Gaza terug naar de Middeleeuwen'” (17-11-2012), NOS
  4.   Weblink bron “NRC Norwich opent afdeling in Courtland” (11-09-2019), Reformatorisch Dagblad
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be