• woel·hout
  • Samenstelling van de werkwoordstam van woelen en hout
enkelvoud meervoud
naamwoord woelhout woelhouten
verkleinwoord woelhoutje woelhoutjes

het woelhouto

  1. knevel
  2. woelstok
40 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be