woelgeest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woel·geest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woelgeest | woelgeesten |
verkleinwoord | woelgeestje | woelgeestjes |
Zelfstandig naamwoord
de woelgeest m
- onruststoker, oproermaker
Gangbaarheid
- Het woord woelgeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "woelgeest" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be