witbrauw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wit·brauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit bn en brauw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witbrauw | witbrauwen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
witbrauw
- (zoötomie) dier met een witte wenkbrauw
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'witbrauw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.