wisserarm
- wis·ser·arm
- samenstelling van wisser en arm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wisserarm | wisserarmen |
verkleinwoord | wisserarmpje | wisserarmpjes |
de wisserarm m
- (techniek) deel van de ruitenwisser waaraan de wisser is bevestigd
- Het woord 'wisserarm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.