wisselt uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wisselt uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪsəlt ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- wis·selt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitwisselen |
wisselt (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwisselen
- Jij wisselt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwisselen
- Hij wisselt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwisselen
- Wisselt uit!
Gangbaarheid
- Het woord wisselt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.