wint
- Geluid: wint (hulp, bestand)
- IPA: / wɪnt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /ʋɪnt/
- (Vlaanderen, Brabant): /β̞ɪnt/
- (Limburg): /wɪnt/
- wint
vervoeging van |
---|
winnen |
wint
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van winnen
- Jij wint.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van winnen
- Hij wint.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van winnen
- Wint!
- Het woord wint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.