winkelpand
- Geluid: winkelpand (hulp, bestand)
- win·kel·pand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winkelpand | winkelpanden |
verkleinwoord | winkelpandje | winkelpandjes |
het winkelpand o
- gebouw geschikt voor het vestigen van een winkel
- ,,Vooral in de binnensteden is sprake van wildgroei. De afgelopen tien jaar zijn er in ons land ruim vijfduizend lunchrooms, eetcafés, restaurants, hotels en fastfoodzaken bijgekomen. Dat komt onder andere doordat gemeenten leegstaande winkelpanden vaak direct vullen met horeca’’, aldus KHN-voorzitter Robèr Willemsen. [2]
- Het winkelpand Diezerstraat 119 was jarenlang het zwarte schaap van de Zwolse binnenstad. Niet te verhuren door de lastige indeling. Maar dat is nu opgelost, laat Morphique Architecten weten. [3]
- Het woord winkelpand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Sanne Schelfaut 16-03-19 Explosieve stijging horeca: ‘Overkill verzwakt steden’
- ↑ Tubantia Marco van den Berg 28-05-19 ‘Lastig’ winkelpand in hartje Zwolle helemaal vernieuwd