• wind·kracht
enkelvoud meervoud
naamwoord windkracht -
verkleinwoord windkrachtje windkrachtjes

de windkrachtv / m

  1. kracht van de wind (uitgedrukt in cijfers op de schaal van Beaufort)
  2. energie die men uit de wind kan halen door diens kracht te gebruiken (om een generator aan te drijven)
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]