Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wind·hap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord windhapper windhappers
verkleinwoord windhappertje windhappertjes

Zelfstandig naamwoord

de windhapperm [1]

  1. apparaat dat wind 'hapt' ten behoeve van ventilatie
  2. iemand die (praktisch) geen belastbaar inkomen heeft, maar een onwaarschijnlijk luxueus leven leidt
    • Coalitie wijst onderzoek naar windhappers af [2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen