Nederlands

 
kamperen in de vrije natuur en dus niet op een camping
Uitspraak
Woordafbreking
  • wild·kam·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

wildkamperen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wildkamperen


onvolledig
  1. kamperen in de vrije natuur en dus niet op een camping
    • De Archipel van Bohuslän in West-Zweden telt duizenden eilanden waarvan de meeste onbewoond zijn. Dit maakt het gebied tot een sportieve bestemming om te kajakken en kanoën. Aan het einde van de dag leg je de kajak weer op het droge om te gaan wildkamperen op een van de privé-eilandjes. Uiteraard met een knapperend houtvuurtje en schitterend uitzicht op de sterrenhemel. Het gebied biedt een grote diversiteit aan vissoorten en op veel plekken is het toegestaan om zelf vis te vangen. Garantie dus voor een smakelijk diner[1] 
    • Zeventien landen bezoeken in een jaar tijd, snorkelen in een koraalrif, een maandje wildkamperen tussen de zeerotsen of backpacken tussen de olifanten: het staat natuurlijk reuzeinteressant op je vakantie-cv. Maar ik? Ik ga naar Zeeland. Klinkt misschien wat minder spannend dan een plek als Nieuw Zeeland, maar voor mij tenminste wel nieuw.[2] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Telegraaf SANNE BODE 19 jun. 2017
  2. de Telegraaf YVONNE VAN DER WAL 27 jul. 2016