Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wij·se·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van wijs met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Bijwoord

wijselijk

  1. op een wijze die van verstandig, praktisch handelen blijk geeft
    • Hij hield zijn mond wijselijk dicht. 
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be