wijkgebonden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wijk·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wijkgebonden | wijkgebondener | wijkgebondenst |
verbogen | wijkgebondenere | wijkgebondenste | |
partitief | wijkgebondens | wijkgebondeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wijkgebonden
- specifiek betrekking hebbende op een wijk
Gangbaarheid
- Het woord 'wijkgebonden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.