wetenschappelijkheid
- we·ten·schap·pe·lijk·heid
- afleiding van wetenschappelijk met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wetenschappelijkheid | wetenschappelijkheden |
verkleinwoord |
de wetenschappelijkheid v
- de mate waarin iets voldoet aan de eisen van de wetenschappelijke methode
- Jos Buschman en Hans Kruse (47) van LegalConnections hebben de eerste show bekeken. "Dit is een gokprogramma met een magische zweem van wetenschappelijkheid", stelt de psycholoog. [2]
- Dat een cultuur van 1400 jaar totalitarisme, jihadisme en anti-wetenschappelijkheid weleens aan de basis zou kunnen liggen van de niet-integratie van de moslim, komt niet op in het hoofd van de doorgestudeerde elite.” [3]
- Het woord wetenschappelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 08-09-08 'Lekkere' tv door de leugendetector...
- ↑ HP de Tijd ARTHUR VAN AMERONGEN 14 NOV 2015 Natuurlijk is het oorlog!