Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werp·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werpplaat werpplaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de werpplaatv / m

  1. (sport) plaat van waar de werper de bal naar de slagman gooit bij honkbal en softbal

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be