werkzoekende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·zoe·ken·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkzoekende | werkzoekenden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die werk zoekt
- Werkzoekende hoeft niet te reageren op functie softdrugsverkoper [1]
- ▸ Het STAP-budget is bedoeld om werkenden en werkzoekenden te stimuleren zich te laten om- of bijscholen. Wie aan de voorwaarden voldoet, kan een tegemoetkoming in de studiekosten ontvangen van maximaal 1.000 euro per jaar. Voorwaarde is wel dat de opleiding is gericht op huidig of toekomstig werk.[2]
- ▸ En, hadden ze geprobeerd uit te leggen, na de oorlog zou elke werkgever waardering hebben voor de werkzoekende die een officiersrang uit het leger had.[3]
Bijvoeglijk naamwoord
werkzoekende
- verbogen vorm van de stellende trap van werkzoekend
Gangbaarheid
- Het woord werkzoekende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werkzoekende" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Weblink bron “STAP-budget al binnen 2,5 uur op door stortvloed aan aanvragen” (01 juli 2022), NU.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be