• werk·va·kan·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord werkvakantie werkvakanties
verkleinwoord werkvakantietje werkvakantietjes

de werkvakantiev

  1. Vakantie waarin je ook werkt of om je vakantie te verdienen, of om vrijwilligers werk te doen voor een charitatieve instelling.
    • Druivenplukken in Frankrijk is een soort van werkvakantie