Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
werkmodus
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
1.4.1
Antoniemen
1.4.2
Verwante begrippen
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
werkmodus
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
werk·mo·dus
Woordherkomst en -opbouw
Samenstelling van
werk
en
modus
enkelvoud
meervoud
naamwoord
werkmodus
werkmodi
verkleinwoord
Zelfstandig naamwoord
de
werkmodus
m
de geestelijke toestand van het vol geconcentreerd aan het werk zijn, karakteristiek voor een werkweek
Na een ontspannen weekend probeerde de man weer in een
werkmodus
te komen.
Antoniemen
weekendmodus
Verwante begrippen
werktijd