werkgebied
- Geluid: werkgebied (hulp, bestand)
- werk·ge·bied
- samenstelling van werk en gebied [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkgebied | werkgebieden |
verkleinwoord |
het werkgebied o
- alles waar het werk over gaat
- Het werkgebied van de huisarts betreft alle gezondheidsproblemen van alle patiënten en is dus niet beperkt tot één enkel orgaan of één enkele bevolkingsgroep.
- Het woord werkgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.