wendde voor
- Geluid: wendde voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛndə ˈvor / (3 lettergrepen)
- wend·de voor
vervoeging van |
---|
voorwenden |
wendde (…) voor
- enkelvoud verleden tijd van voorwenden
- Ik wendde voor.
- Jij wendde voor.
- Hij, zij, het wendde voor.
- Ik wendde voor.
- Het woord wendde voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.