• wend
vervoeging van
wenden

wend

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wenden
    • Ik wend. 
  2. gebiedende wijs van wenden
    • Wend! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wenden
    • Wend je? 


  • IPA: /(x)wænð/ (Etsbergs)

wend

  1. (verouderd) want