wegscheren
- Geluid: wegscheren (hulp, bestand)
- weg·sche·ren
- In de betekenis van ‘(zich...) ophoepelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1811 [1]
- samenstelling van weg en scheren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegscheren |
schoor weg |
weggeschoren |
klasse 2 | volledig | 1 |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegscheren |
scheerde weg |
weggescheerd |
zwak -d | volledig | 2 |
wegscheren [3]
- overgankelijk door te scheren verwijderen
- wederkerend zich ~: er vandoor gaan, ophoepelen
- Het woord wegscheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegscheren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "wegscheren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wegscheren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be