• weg·gris·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weggrissen
griste weg
weggegrist
zwak -t volledig

weggrissen

  1. overgankelijk snel en inhalig iets weghalen
    • Het laatste kaartje werd voor zijn neus weggegrist. 
92 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be