Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·be·rei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegbereider wegbereiders
verkleinwoord wegbereidertje wegbereidertjes

Zelfstandig naamwoord

de wegbereiderm

  1. iemand die de weg tot iets opent of effent, een initiator
    • De wegbereiders van massale vernietiging zijn vaak idealisten, bereid om levens op te offeren om een 'betere wereld' te realiseren [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen