Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·bar·ri·ca·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegbarricade wegbarricaden
wegbarricades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wegbarricadev

  1. (verkeer) een barricade die op de weg [1] aangebracht is, om te voorkomen dat mensen en/of voertuigen erlangs kunnen
    • We stuitten op een wegbarricade. 

Gangbaarheid