weeromkeren
- Geluid: weeromkeren (hulp, bestand)
- weer·om·ke·ren
- samenstelling van weerom en keren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
weeromkeren |
keerde weerom |
weeromgekeerd |
zwak -d | volledig |
weeromkeren
- ergatief terugkomen, gewoonlijk op cyclische wijze
- De koekoek was weeromgekeerd uit zijn winterverblijf in Afrika.