weefselschade
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weef·sel·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weefselschade | weefselschaden weefselschades |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- schade aan lichaamsweefsel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weefselschade | weefselschaden weefselschades |
verkleinwoord |