• we·der·op·le·ving
enkelvoud meervoud
naamwoord wederopleving wederoplevingen
verkleinwoord

de wederoplevingv

  1. het weer tot bloei komen van iets dat eigenlijk al als verloren was beschouwd
     Met deze liefdesbetuiging begint filmmaker Frans Bromet zijn tv-serie De Bibliotheek die in maart tijdens de Boekenweek werd uitgezonden. Zijn project maakt deel uit van de wederopleving die de openbare bibliotheek doormaakt.[1]
     ,,Ik denk dat ik dit werk de komende dertig jaar doe. Het alternatief is emigreren. Wij doen dit omdat we vinden dat er een existentiële bedreiging bestaat voor Nederland en Europa. En we willen een maatschappelijke beweging opzetten die een renaissance teweeg brengt: een wederopleving van onze identiteit en ons culturele zelfvertrouwen.[2]
  1.   Weblink bron “De bieb wordt een hotspot” (6 december 2019auteur=Tracy Metz), NRC
  2.   Weblink bron “Thierry Baudet: De critici lijken door mij geobsedeerd” (23-03-2017), Tubantia