De Friese vlag met waterleliebladeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·le·lie·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterlelieblad waterleliebladeren
verkleinwoord waterlelieblaadje waterlelieblaadjes

Zelfstandig naamwoord

het waterlelieblado

  1. het drijvende blad van een waterlelieplant
    • De vijver was gedeeltelijk bedekt met waterleliebladeren. 
  2. (heraldiek) een heraldisch element in de vorm van [1]

Gangbaarheid