waterdichtheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·dicht·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van waterdicht met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterdichtheid | waterdichtheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de waterdichtheid v
- de mate waarin een materiaal of product water tegenhoudt
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord waterdichtheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.