water aan
- wa·ter aan
vervoeging van |
---|
aanwateren |
water (...) aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwateren
- Ik water aan.
- gebiedende wijs van aanwateren
- Water aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwateren
- Water je aan?
- Het woord water aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.