Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • was·ten wit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
witwassen

wasten (…) wit

  1. meervoud verleden tijd van witwassen
    • Wij wasten wit. 
    • Jullie wasten wit. 
    • Zij wasten wit. 

Gangbaarheid