wallingant
- Geluid: wallingant (hulp, bestand)
- IPA: / ˌwɑlɪŋˈɣɑnt / (3 lettergrepen)
- wal·lin·gant
- afgeleid van Wallonië naar het voorbeeld van flamingant [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wallingant | wallinganten |
verkleinwoord | - | - |
de wallingant m
- (België) voorvechter van Wallonië of de belangen van franstaligen
- José Happart had met zijn spectaculaire stunt intussen een klinkende naam verworven, maar tegelijk ook de ware aard van zijn karakter blootgelegd. (…) De Voerense fruitboer besefte dat hij, om zich te kunnen onderscheiden van de Waalse politici, moest uitgroeien tot het symbool van het Waalse verzet tegen het machtig geworden Vlaanderen, tot een brutale wallingant die de leidinggevende kringen in het land provoceerde. [2]
- Het woord wallingant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wallingant" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Martens, W.De memoires: luctor et emergo. 2e druk (2006) Lannoo, Tielt; ISBN 978 90 209 6520 9; p. 228/229; geraadpleegd 2018-12-11
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be