Nederlands

 
wakame
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ka·me
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Japans
enkelvoud meervoud
naamwoord wakame
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wakamem

  1. (plantkunde) (voeding) Undaria pinnatifida   eetbaar zeewier
     Een amuse is een klein hapje om je smaakpapillen te kietelen en dat doen deze coquilles ofwel Sint-jakobsschelpen. Het zachte van de coquille en de wakame combineren perfect met de knapperige noten. Een perfect begin van je diner.[1]
     Serveer de rijst in een kom met daarop de makreelfilet, sojabonen, wakame-salade, avocado, komkommer, wortel, radijs en zalmeitjes.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Wat Eten We Vandaag: Amuse van coquille met wakame en geroosterde hazelnoten” (24-12-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron “Makreel is ondergewaardeerd visje: ‘Het zijn de graatjes’” (19-03-2021), Tubantia