waait binnen
- waait bin·nen
vervoeging van |
---|
binnenwaaien |
waait (...) binnen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwaaien
- Jij waait binnen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwaaien
- Hij waait binnen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnenwaaien
- Waait binnen!
- Het woord waait binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.