vrouwenwielrennen


  • vrou·wen·wiel·ren·nen
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwenwielrennen
verkleinwoord

het vrouwenwielrenneno

  1. (wielrennen) wielrennen door vrouwen
     Het is een mooie jongen, intelligent, een paardenstaartje, brilletje, origineel, elegante renner, alles prima, behalve dat die zak op de televisie heeft verkondigd dat het vrouwenwielrennen 'niet esthetisch' was.[1]
     Journaliste en renster Marijn de Vries ziet hoe het aanzien van het vrouwenwielrennen stijgt door de komst van een vrouwenploeg naast een mannenteam.[2]
     SD Worx zet al jaren de toon in het vrouwenwielrennen. Maar zo dominant als vorig seizoen was de ploeg van Danny Stam nog nooit. De formatie kon met onder anderen de wereldtoppers Demi Vollering en Lotte Kopecky in de gelederen 62 overwinningen op de palmares bijschrijven.[3]
  1. Paul Fournel
    “Thuis in het peleton” (2023), Oevers, ISBN 9789493290396
  2. Maarten Kolsloot
    “De Raboploeg” (2021), Inside, ISBN 9789048855094
  3.   Weblink bron “Kan het bij dominante wielerploeg SD Worx nóg beter dan vorig jaar? 'Ehh... nee!'” (Dinsdag 23 januari 2024), NOS