• vrij·heids·drang
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijheidsdrang
verkleinwoord

de vrijheidsdrangm

  1. de behoefte om zonder dwang van anderen te kunnen leven
     Van de verbroedering, het gemeenschappelijk elan, de hooggestemde vrijheidsdrang van de eerste maanden is geen spoor meer over.[1]
     "Via verschillende karakters krijgt de lezer evenveel verschillende perspectieven op relaties voorgeschoteld: de betrouwbaarheid van David, de vrijheidsdrang van Terri, de gereserveerde houding van minnares Sev en de zelfzuchtigheid van minnaar Lucas."[2]
    • Zo'n elegante verschijning, zoveel brille, zoveel durf, Ayaan zou simpelweg een maatje te groot zijn voor de 'benauwde' en 'enghartige' lage landen. Ze zou zijn weggejaagd. "Wat velen, links en rechts, oud en nieuw, volks of cerebraal, verbindt in hun afkeer van Hirsi Ali, (?), zijn haar eigenzinnigheid en volstrekte onafhankelijkheid", schreef H. J. Schoo mei vorig jaar in de Volkskrant. "Ze kent God noch gebod, erkent geen hogere autoriteit dan zichzelf, trekt haar eigen plan. Dat is meer vrijgevochtenheid en vrijheidsdrang dan een conformistisch en consensusgericht land kan verdragen, zeker van een vrouw." [3] 


  1. Johanna van Ammers-Küller
    “Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723
  2.   Weblink bron “Dit zijn de zes genomineerden voor de Libris Literatuur Prijs 2020” (Maandag 2 maart 2020, 17:18), NOS
  3. Tubantia 18-04-07 Ayaan Hirsi Ali op herhaling in Amerika