vrieswind
- vries·wind
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrieswind | vrieswinden |
verkleinwoord |
de vrieswind m
- een harde, koude wind als de buitentemperatuur onder 0o C is
- Ook parkieten vragen vanwege hun zachte pootjes –kenners hebben het over ”waspoten”– om extra bescherming. Ze vriezen gemakkelijk vast aan gaas of aan een zitstok, en moeten met vriesweer dus ook naar binnen. Afdekken van een buitenvolière met plastic, om snerpende vrieswind tegen te houden, is ook voor sterkere soorten (zoals kanaries) geen luxe. [2]
- Na het leggen van het ei verlaten alle vrouwtjes de kolonie en beginnen aan de mars naar open zee om zich te voeden. De mannetjes staan er vanaf dat moment alleen voor. In grote groepen schuilen ze samen tegen de kou. Af en toe verwisselen ze van plaats om te voorkomen dat steeds dezelfde vogel aan de koude buitenkant van de groep staat. Zo staan ze daar in vrijwel aardedonker, twee maanden lang, zonder eten en gegeseld door vrieswinden. [3]
- Het woord vrieswind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrieswind" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Ab Jansen 13-02-2012 Huisdieren en tuinplanten in de vrieskou
- ↑ NRC 16 december 2005 God spreekt via de pinguïn
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be