• vriest vast
vervoeging van
vastvriezen

vriest (…) vast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastvriezen
    • Jij vriest vast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastvriezen
    • Hij vriest vast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastvriezen
    • Vriest vast!