vries uit
- vries uit
vervoeging van |
---|
uitvriezen |
vries (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvriezen
- Ik vries uit.
- gebiedende wijs van uitvriezen
- Vries uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvriezen
- Vries je uit?
- Het woord vries uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.