vredebreuk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vredebreuk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vre·de·breuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vredebreuk | vredebreuken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- verbreking van de vrede tussen staten onderling
- Allereerst moet uitgesproken worden dat het mandaat van de raad op grond van het relevante hoofdstuk VII van het Handvest daadwerkelijk is verruimd. Zijn bevoegdheid betreft niet alleen meer de interstatelijke „bedreigingen van de vrede, vredebreuk en daden van agressie”, maar ook het mandateren van een geweldsinterventie wanneer de interne rechtsorde van een staat in ernstige mate wordt geschonden. Het gaat niet alleen meer om veiligheid, maar ook om humaniteit en gerechtigheid. [2]
- op een gewelddadige wijze ergens binnendringen en daar de rust verstoren
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord vredebreuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vredebreuk" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 19-05-2012 Van Middelkoop: ”Responsibility to protect”-beginsel vraagt om duidelijk kader
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be