Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vraag·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitvragen

vraagde uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitvragen
    • Ik vraagde uit. 
    • Jij vraagde uit. 
    • Hij, zij, het vraagde uit. 
Synoniemen

Gangbaarheid