voortvluchten
- voort·vluch·ten
- samenstelling van voort en vluchten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voortvluchten |
vluchtte voort |
voortgevlucht |
zwak -t | volledig |
voortvluchten
- ergatief verder vluchten, wegvluchten
- [...], zelfs als de uitlevering niet kon gebeuren omdat de betrokken persoon overleden of voortgevlucht is.[1]
- Het woord 'voortvluchten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Recueil des lois et arrêtés royaux de Belgique, 1902-05 volume 91