vluchtte voort
- Geluid: vluchtte voort (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlʏxtə ˈvort / (3 lettergrepen)
- vlucht·te voort
vervoeging van |
---|
voortvluchten |
vluchtte (…) voort
- enkelvoud verleden tijd van voortvluchten
- Ik vluchtte voort.
- Jij vluchtte voort.
- Hij, zij, het vluchtte voort.
- Ik vluchtte voort.
- Het woord 'vluchtte voort' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.