Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voort·du·rend
stellend
onverbogen voortdurend
verbogen voortdurende
partitief voortdurends

Bijvoeglijk naamwoord

voortdurend

  1. langdurig en ononderbroken
    • Er kwam een voortdurende informatiestroom binnen. 
     In de huisjes aan de rivieroever werd zoals je had kunnen verwachten geklaagd over het voortdurende lawaai.[1]

Bijwoord

voortdurend

  1. langdurig en ononderbroken
     Ik lette goed op veranderingen in mijn omgeving en ik keek voortdurend naar de wolkenpatronen en -trekrichting.[2]

Werkwoord

vervoeging van: voortduren
verbogen vorm: voortdurende

voortdurend

  1. onvoltooid deelwoord van voortduren

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be