voorjaarsregen
- voor·jaars·re·gen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorjaarsregen | voorjaarsregens |
verkleinwoord |
de voorjaarsregen m
- een regenbui in de lente
- Het woord 'voorjaarsregen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron J. van ’t Hul“Vreemde ode aan een vrome monnik” (13-06-2002), Reformatorisch Dagblad
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2